Amfiboolasbest
Amfiboolasbest
Hiertoe behoren een aantal asbestsoorten, als crocidoliet, amosiet, anthophyliet, tremoliet, actinoliet en enkele andere minder voorkomende asbestsoorten. Van deze soorten zijn er hoofdzakelijk twee op commerciële en planmatige wijze gebruikt: amosiet en crocidoliet.
Amosiet, in de volksmond ook wel bruine asbest genoemd, refereert naar de typische lichtbruine kleur van deze vezels, die hoofdzakelijk het gevolg is van een hoog gehalte aan ijzeroxide of roest.

Crocidoliet, in de volksmond ook wel blauwe asbest genoemd, zo genoemd door de typische kleur van deze vezels, die hoofdzakelijk het gevolg is van een optisch effect van twee resonerende paren Fe²+ Fe³+.

Typisch aan deze amfibool asbestvezels is dat ze zeer dun, stekelig, stug en absoluut recht zijn van vorm (amfibool), deze vezels zijn door deze specifieke eigenschap bijzonder schadelijk voor de mens en milieu.
Ze zijn solide (als een naald), en missen de holle kern van serpentijnachtige asbestvezels.
Ook hebben deze amfibole asbestvezels net zoals hun serpentijnachtige variant, de eigenschap zich te kunnen splitsen tot kleine vezels, en dit tot op submicroscopisch niveau.
Zelfs bij deze minuscule afmetingen behouden deze minuscule asbestvezels hun complete eigenschappen als asbestmineraal, en zijn ze bijvoorbeeld chemisch inert, qua treksterkte driemaal sterker dan staal en ze zijn door géén enkel gekend medium aantastbaar, noch kunnen ze door iets afgebroken worden.
Nadat asbestvezels het lichaam langs het ademhalingssysteem binnengedrongen zijn, beginnen ze de weefsels op het niveau van menselijke cel te irriteren en vernietigen.
Het menselijk immuunsysteem is niet in staat om ook maar iets te ondernemen tegen lange dunne en draderige lichaamsvreemde stoffen zoals asbestvezels. Ze blijven dus ongehinderd in weefsels van het lichaam actief en verrichten onverminderd hun schadelijke werking.
Dit komt doordat het menselijk immuunsysteem erop gericht is om hoofdzakelijk kleine bolvormige lichaamsvreemde voorwerpen aan te vallen, en deze langs chemische weg te elimineren (bacteriën, virussen, …), of deze in te kapselen.
Het menselijke afweersysteem is niet in staat om lange dunne en draderige lichaamsvreemde stoffen onschadelijk te maken, of deze te vernietigen.
BELANGRIJK!
Alle in de natuur voorkomende stoffen worden tot kleine bolvormige deeltjes herleid, waardoor de diameter van deze vezels heel miniem wordt. Dit in tegenstelling tot asbestvezels.
Het is vooral door deze eigenschap dat zelfs de allerkleinste asbestvezel in staat is alle eigenschappen van zijn vezelvorm te behouden, dus ook dat ze zelfs op dat niveau onveranderd erg sterk zijn, dat ze door het menselijke afweersysteem niet kunnen onschadelijk gemaakt worden, dat ze hun verwoestende werking in het lichaam op niveau van menselijke cellen blijvend voortzetten gedurende de tijd die nodig is om de normale celgroei te verstoren, en er een abnormale celgroei optreedt (kanker).
De afmetingen van een asbestvezel verhouden zich als een naald te opzichte van een sinaasappel. Om een idee te hebben van de onwezenlijk kleine afmetingen waarin asbestvezels kunnen voorkomen, dienen we ons de menselijke cel voor te stellen als een sinaasappel die doorboord wordt door een lange priem.




Bovenstaand een amfibool-asbestmineraal zoals het ontgonnen wordt, dit wordt daarna “crushed” (bewerkt) tot een massa aan zeer fijne asbestvezels verkregen wordt, en deze verfijnd zijn tot op het gewenste niveau. Deze worden onderverdeeld in gradaties van fijnheid en kwaliteit. Commercieel waren er 7 grades aan amfibool-asbestvezels in de handel, deze grades werden speciaal ontwikkeld om tegemoet te komen aan de specifieke vraag vanuit de industrie.

Amfibool asbestvezels werden hoofdzakelijk gebruikt in toepassingen waarbij de vezels een versterkende functie dienden te vervullen in kunststoffen tegen schokken, breken, barsten. Bijvoorbeeld in accu-bakken, elektriciteitskasten, schakelaars, … maar ook in gips van buisisolatie. Hierbij vervullen de vezels de functie van bewapening in het gips, analoog aan betonijzer.
Amfibool asbestvezels zijn veelgebruikt onder de vorm van bespuiting van dragende delen van constructies in gebouwen, tegen de zoldering als vuurvaste bescherming, warmte-isolator en geluidsisolator. Maar vooral was het een grondstof die vrijwel niets kostte.
Talloze industriële, publieke, en openbare gebouwen werden op last van de bouwheer zo behandeld. Het meest gekende geval van amfibool-asbestbespuiting in België met crocidoliet was het Berlaimontgebouw te Brussel.
Relatie optreden van ziekten in context roken en asbestcontaminatie
Het effect van roken in combinatie met inademing van asbestvezels geeft als resultaat een verhoging van het carcinogene (kankerverwekkende) risico met een factor 1500% volgens bepaalde studies, dit zowel voor het risico voor het optreden van ziekten tengevolge van het roken, als voor het optreden van ziekten door asbestvezel-contaminatie door inademing.
Relatie optreden ziekten in context asbestcontaminatie en vervuiling
Het optreden van ziekten ten gevolge van contaminatie door asbestvezels wordt versterkt naarmate het afweersysteem meer belast wordt, en het zwakker wordt.
Het menselijk afweersysteem is wel in staat om andere lichaamsvreemde stoffen en indringers via chemische werking te elimineren, maar dit gaat ten koste van een bijkomende en reële belasting van het afweersysteem.
Deze andere lichaamsvreemde stoffen worden op chemische wijze geëlimineerd of ingekapseld. Dit is onder andere het geval met bijvoorbeeld stof en de talloze chemische elementen de door inademing van vervuilde lucht ons lichaam binnendringen.
Een zeer eenvoudige wijze om massaal lichaamsvreemde stoffen in ons lichaam te brengen, en dit in niet onbelangrijke mate, is sociaal aanvaard: het roken. De meeste lichaamsvreemde stoffen die in ons lichaam binnendringen, zijn in hoofdzaak afkomstig vanuit het ons omringende sterk vervuilde en geïndustrialiseerde milieu.
Het optreden van beschavingsziekten is recht evenredig met de totaalbelasting van het lichaam door opname van lichaamsvreemde stoffen (inclusief de asbestvezels), de mate van blootstelling ervan, de concentratie van de blootstelling en de duur van de contaminatie.